Geschiedschrijving handelt over het verleden, maar is tegelijk het product van de tijd waarin zij wordt geschreven. De onderwerpskeuze van historici is altijd in meerdere of mindere mate mee het resultaat van wie zij zijn en waar, wanneer en hoe zij leven. Ook de vragen die aan de historische bronnen worden gesteld en de wijze waarop die worden gelezen, variëren naargelang de persoonlijkheid, de belangstellingssferen en de maatschappelijke positie van de personen die aan geschiedschrijving doen en verschuiven in overeenstemming met de wisselingen van het historiografisch tijdsklimaat. Het selecteren, ordenen, interpreteren en becommentariëren van de verzamelde historische feiten verloopt altijd en onvermijdelijk – hoezeer men zich daarvan ook bewust is en dat probeert te vermijden – subjectief. Dat maakt geschiedschrijving tot een bijzonder menselijke wetenschappelijke discipline, met alle voor- maar ook alle nadelen van dien.
De geschiedschrijving – ook al betreft ze hetzelfde thema – levert bijgevolg voortdurend nieuwe visies, inzichten en conclusies op. Dat maakt deze intellectuele bezigheid boeiend en houdt haar levendig. “Geschiedschrijving is een discussie zonder eind”, zoals de in zijn tijd internationaal gerenommeerde Nederlandse historicus Pieter Geyl (1889-1966) het ooit stelde. Geschiedschrijving is een symptoom van onderliggende maatschappelijke realiteiten, tendensen, veranderingen en verschuivingen. Zoals de samenleving evolueert, beweegt ook de geschiedschrijving.
Geschiedschrijving verloopt alles behalve in het luchtledige. Vandaar dat het ons zinvol leek om de 125ste editie van de Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas aan te grijpen om het verleden en het heden expliciet met elkaar te verbinden. 125 jaarboekenvormen een voldoende aanleiding voor een feestelijk gebeuren, uiteraard. Maar herdenkingen verlopen best meer met kritisch achteruit- en vooruitkijken dan met uitroeptekensen juichkreten.
Vandaar dat wij het feest- en herdenkingsmoment van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas (KOKW) wilden aangrijpen om het werkveld van het jaarboek van de regionaalhistorische kring van het Waasland, de plaatselijke geschiedschrijving, te verbinden met een actuele maatschappelijke kwestie waar iedereen vandaag op de een of andere manier bij betrokken is, met name de ondervertegenwoordiging van vrouwen in diverse domeinen van het maatschappelijk leven, waaronder de plaatselijke geschiedschrijving, enerzijds als beoefenaars en anderzijds als onderwerp van onderzoek. Een regionaalhistorische vereniging kan op die manier vanuit haar specificiteit, de plaatsgebonden geschiedschrijving, een bijdrage leveren tot het brede maatschappelijke debat over de positie van de vrouw in de wereld van vandaag. Zoals de titel luidde van een bijdrage in een verzamelbundel van de Gentse emeritus hoogleraar geschiedenis Luc François uit 1998: Lokale geschiedenis voorbij de kerktoren.
Concreet worden de rollen omgekeerd en wordt – in tegenstelling tot wat tot voor kort meestal het geval was – een studienamiddag over lokale en regionale geschiedschrijving georganiseerd met uitsluitend vrouwelijke historici. Dat is een expliciete keuze, een signaal, een statement. Heel bewust werd als locatie voor dit initiatief de voormalige Roosenbergabdij in Waasmunster, het oudste vrouwenklooster in de regio, gekozen. Het lijkt ons zinvol en relevant om vanuit deze invalshoek te reflecteren over waar de in 1861 opgerichte KOKW en haar zusterverenigingen in binnen- en buitenland mee bezig waren en zijn. Geschiedschrijving is nooit vrijblijvend.
Het colloquium gaat door op zaterdag 19 november vanaf 14 uur in de Abdij Roosenberg in Waasmunster (Oude Heerweg – Heide 3, 9250 Waasmunster). Patty De Meester, stadsarchivaris van Sint-Niklaas en hoofdredacteur van de Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, verzorgt de verwelkoming en de inleiding. Daarna presenteren vier historici hun visie op plaatselijke en regionale geschiedschrijving: Jacqueline Baetens (voorzitter van de heemkundige kring De Souvereinen van Lokeren), Kaat Cappelle (Rijksarchief Gent), Heidi Deneweth (Vrije Universiteit Brussel en bestuurslid van het Genootschap voor Geschiedenis van Brugge) en Carine Goossens (gemeentearchivaris van Beveren-Waas en bestuurslid van de heemkundige kring Het Land van Beveren). Vervolgens gaan zij met elkaar in gesprek onder leiding van Kaat Wils, hoogleraar geschiedenis aan de KU Leuven. Gita Deneckere, hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Gent, neemt de slottoespraak voor haar rekening. Ten slotte nodigt Sofie Buysse, bestuurslid van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, uit tot de afsluitende receptie.
De URL https://bit.ly/meerdandemuzeclio brengt je naar het online inschrijvingsformulier. Je inschrijving is definitief bij overschrijving van 15 euro per persoon op het rekeningnummer van de KOKW, BE50 8508 3519 1418, met vermelding “Colloquium 19 november 2022 + naam deelnemer(s)”. Studenten hebben gratis toegang op vertoon van hun studentenkaart.
Nico Van Campenhout