Sinds maandag 11 september is het boek Van Frontbeweging naar Frontpartij. De beginjaren van het politieke Vlaams-nationalisme (1915-1923) van Romain Vanlandschoot te koop. Deze historische monografie is een uitgave van Peristyle, dat instaat voor de publicaties van het ADVN – archief voor nationale bewegingen (Antwerpen). In het vooruitzicht van haar veertigste verjaardag in maart 2024 gaat deze erfgoedinstelling met die publicatie op zoek naar de historische wortels van de politieke beweging van waaruit zij destijds werd opgericht.
Het politieke Vlaams-nationalisme in het algemeen en de vorming van een zelfstandige Vlaams-nationalistische partij in het bijzonder zijn producten van de Eerste Wereldoorlog. Zowel in het bezette België (met het activisme) als aan het IJzerfront (met de Frontbeweging), kwam de Vlaamse beweging tussen 1914-1918 terecht in een versnelde transitie.
Hoewel Frans Van Cauwelaert, de leider van het katholieke flamingantisme, na de wapenstilstand probeerde om dat door overleg te verhinderen, werd vanuit de Frontbeweging een zelfstandige politieke organisatie opgericht, het Vlaamsche Front of de Frontpartij, die in november 1919 lijsten indiende bij de eerste naoorlogse parlementsverkiezingen en vijf verkozenen naar de Kamer stuurde. Na enige aarzeling nam deze politieke formatie in de vroege jaren ’20 de anti-Belgische erfenis over van het activisme, dat in de Grote Oorlog had gecollaboreerd met de Duitse bezetter. Hoewel nog niet direct duidelijk was wat dat precies zou inhouden, was (het streven naar) Vlaamse autonomie haar centrale programmapunt.
Ondertussen had de Frontpartij van bij de oprichting af te rekenen met interne spanningen tussen gelovigen en vrijzinnigen, radicalen en gematigden en plattelands- en stedelijke afdelingen. Tegelijk werd het Vlaamsche Front van bij de aanvang ondermijnd door een groep rond twee complotterende voormalige activisten, de katholieke priester Robrecht De Smet en de vrijzinnige leraar Josué De Decker, die in 1922 het radicaal anti-Belgische weekblad Vlaanderen oprichtten. Onder deze druk implodeerde het Vlaamsche Front en versplinterde het vanaf het midden van de jaren ’20 in allerlei regionale, meestal katholieke Vlaams-nationalistische partijtjes. Alleen in Antwerpen, met heel wat vrijzinnige militanten, hield het oorspronkelijke project van de Frontpartij stand tot in de jaren ’30. Zowat alle struikelstenen van toen, zullen ook de latere Vlaams-nationalistische bewegingen en partijen parten spelen. Daardoor heeft dit boek, behalve historische, ook actuele relevantie.
Historicus Romain Vanlandschoot – biograaf van onder meer Cyriel Verschaeve, Albrecht Rodenbach en Hugo Verriest – reconstrueert deze geschiedenis aan de hand van archiefbronnen, eigentijdse kranten en tijdschriften, en de bestaande wetenschappelijke literatuur. De haarfijne beschrijving en contextualisering van de conflicterende tendensen, de regionale specificiteiten en de persoonlijke tegenstellingen binnen de eerste Vlaams-nationalistische partijformatie maken van Van Frontbeweging naar Frontpartij als het ware een kroniek van een aangekondigde breuk. De auteur portretteert ook de hoofdrolspelers die tijdens en na de Eerste Wereldoorlog het politiek Vlaams-nationalisme vormgaven, zoals Cyriel Verschaeve, Hendrik Borginon, Adiel Debeuckelaere en Joris Van Severen. Het boek bevat tal van nooit eerder gepubliceerde illustraties.
Romain Vanlandschoot, Van Frontbeweging naar Frontpartij. De beginjaren van het politieke Vlaams-nationalisme (1915-1923), Peristyle, Antwerpen, 2023, 330 p., 29,95 euro, ISBN 9789464367539 (info@advn.be).
Nico Van Campenhout